Volledige dagen naar school gaan is een onderdeel geworden van ‘t dagelijks leven van Liesbeth. Lange tijd was ze tegen de middagpauze al zo uitgeput dat we haar in de namiddag thuis lieten blijven. Maar in ‘t voorbije jaar lukte het opeens beter en beter om haar de hele dag aan het klasgebeuren te laten deelnemen.
Elke activiteit vraagt meer inspanning van Liesbeth dan van haar leeftijdsgenootjes in de groep. Maar tegelijk is ze heel erg gehecht geraakt aan ‘t groepsgebeuren en aan de klasvriendjes, waardoor het haast een straf zou zijn voor Liesbeth om ’s middags af te haken.
Het systeem dat dit schooljaar in de klas wordt gehanteerd waarbij dagelijks twee kinderen worden aangeduid om haar die dag te helpen, zorgt er voor dat iedereen aan de beurt komt en vooral dat er niet meer gekibbeld moet worden over wie Liesbeth màg helpen.
Behalve de uurtjes dat de GON-juf in de klas is om met Liesbeth te werken, heeft ze eigenlijk elk moment ondersteuning van een eigen assistent. Twee dagen per week wordt die rol vervuld door een stagiaire (zevende jaar verzorging KTA Oudenaarde), de andere dagen door haar persoonlijk assistente.
Omdat inclusie betekent dat je totaal geïntegreerd wordt in de groep, houdt de assistent zich zoveel mogelijk op de achtergrond. Ze is er als Liesbeth hulp nodig heeft, of als ze moet of wil veranderen van speelhoek in de klas, of om te zorgen dat ze op tijd en stond een propere pamper krijgt. Maar tegelijk probeert ze om zo veel mogelijk op de achtergrond te blijven en laat ze vooral de kleuters zélf de gelegenheid om een helpende hand te bieden.
Dit hele inclusie-project past eigenlijk prachtig in het opzet van het Decroly-onderwijs . Het welbevinden van elk kind wordt centraal gesteld in deze scholen en dat Liesbeth zich “welbevindt” in de klas maken de foto’s wel duidelijk!